Een virtueel portret van Welgelegen door Hendrik de Cort


Met de aankoop door de provincie Noord-Holland van een zicht op Welgelegen door de Vlaamse schilder Hendrik Jozef Frans de Cort (Antwerpen 1742 – 1810 Londen) is het voor het eerst in meer dan 200 jaar dat er een schilderij uit de collectie van Henry Hope terugkeert naar Welgelegen.

Toch is het maar zeer de vraag of de schilder het bouwwerk ooit in werkelijkheid heeft gezien.


Paviljoen Welgelegen te Haarlem vormt sinds 1930 de zetel van het bestuur van de provincie Noord-Holland. Het was een eerdere eigenaar van het gebouw, Lodewijk Napoleon, koning van Holland en broer van de Franse keizer, die het gebouw liefkozend 'mon pavillon' noemde. Vanaf dat moment sprak men over Paviljoen Welgelegen.

Portret van Henry Hope. Charles Howard Hodges naar een schilderij van Joshua Reynolds, uitgever: John & Josiah Boydell, Londen 1788

Henry Hope

Het was Henry Hope (1735 – 1811) die Welgelegen liet bouwen als buitenplaats en om er zijn kunstcollectie in onder te brengen. Henry’s vader, Henry sr. (1699 - 1737) was afkomstig uit Rotterdam, maar nadat hij veel geld had verloren in speculaties, was hij rond 1730 naar Amerika uitgeweken om een nieuw bestaan op te bouwen. Hij trouwde daar met de Amerikaanse Sarah Willard (1703 - na 1740) en aangezien hij al jong overleed, zal de verantwoording voor de opvoeding van Henry en zijn zuster Henriëtta op hun moeder zijn terechtgekomen.
Henry werd in 1735 in Braintree, Norfolk County, nabij Boston geboren in koloniaal Amerika. Vanaf 1848 genoot hij zijn opleiding in Londen en ging zes jaar in de leer bij een bevriend handelshuis, waarna hij in 1762 in Amsterdam neerstreek om de familiefirma Hope & Co te komen versterken. De firma was in Amsterdam gevestigd en hield zich bezig met handel, maar groeide vooral uit tot een van de prominentste kredietverstrekkers ter wereld. Hope & Co verstrekte onder andere staatsleningen aan Catharina de Grote van Rusland, aan Zweden, Spanje, Portugal en Beieren. Hope beschikte over goede contacten in de Verenigde Staten, zoals met Benjamin Franklin, Thomas Jefferson en John Adams, eveneens afkomstig uit Braintree. De firma bemiddelde bij de aankoop van Frankrijk van de staat Louisiana door de toen nog jonge Verenigde Staten. 

Met de bouw van Welgelegen realiseerde deze geniale bankier zijn ideaal om - naar Italiaans, Engels en Frans voorbeeld - een buitenplaats met een kunstgalerij te combineren, passend bij zijn internationale status als schatrijke merchant prince.

De kunstcollectie op Welgelegen

Welgelegen bood plaats aan zijn bijzondere en uitgebreide collectie schilderijen, die Hope met grote voortvarendheid in de voorafgaande jaren had verzameld. Het hele Welgelegen project - inclusief collectie - lijkt planmatig te zijn uitgevoerd en vervulde ook een representatieve functie. Hope gebruikte Welgelegen vanaf 1789 als buitenhuis waar hij vooraanstaande gasten en zakenrelaties ontving.

De schilderijen hingen in de drie grote zalen aan de kant van de Haarlemmerhout. Hope bracht hier een collectie met Hollandse en Vlaamse meesters samen, met werken van Bakhuysen, Breughel, Van Dyck, de Lairesse, Poelenburgh, Rembrandt, Rubens, maar vooral - naar Engelse smaak - Italiaanse meesters zoals Francesco Albano, Annibale Carracci, Correggio, Pietro da Cortona, Dominichino, Guido Reni, Carlo Maratti, Raphael, Titiaan etc, en enkele Franse meesters zoals Claude, Poussin, Le Sueur en Le Brun. Daarnaast had hij een goede neus voor veelbelovende eigentijdse (neoklassieke) schilders zoals de in Amerika geboren Benjamin West en Guy Head.

Zicht op Welgelegen

Het zicht op Welgelegen, dat de Provincie nu heeft verworven, geeft de voorgevel frontaal weer. Hendrik Jozef Frans de Cort heeft het gebouw nauwgezet geschilderd. De architectonisch details zijn in een ondertekening opgezet en met dunne glacislagen in verf uitgewerkt.

De omgeving geeft daarentegen niet de werkelijkheid weer. De schilder heeft Welgelegen in een romantisch fantasielandschap geplaatst, met woeste bomen en met enkele figuren in de voorgrond. Men ziet een handelaar met zijn ezel, een boerinnetje en enkele kinderen.

Noord-Hollands Archief.

Het werk dat de Provincie nu heeft gekocht is verwant aan een ander schilderij door de Cort dat in 1969 in de Britse kunsthandel was (huidige verblijfplaats onbekend). Laatstgenoemde toont Welgelegen vanuit het westen, waar de Dreef loopt, (op de foto is ter rechterzijde een strook met hoge bomen weggevallen).
De afmetingen zijn niet bekend maar beide schilderijen vormden waarschijnlijk een paar. Ook op dit schilderij is de architectuur nauwgezet uitgewerkt. Men ziet de toen nog wit gepleisterde zijgevel en ook achter het gebouw een oud koetshuis; de oplopende opgangen met leeuwen, rechts een toegangshek naar de hoofdingang aan de achterzijde van het gebouw; de natuurstenen paaltjes aan de Dreefzijde…


Hendrik de Cort, Zicht op Welgelegen, westzijde, verblijfplaats onbekend.

Toch is het, zoals hieronder zal blijken, maar zeer de vraag of de Cort het gebouw ooit met eigen ogen heeft aanschouwd. Waarschijnlijker is dat met de aankoop door de Provincie van het Zicht op Welgelegen het schilderij en het gebouw dat er op is voorgesteld voor het eerst zijn samengekomen.

Hendrik Jozef Frans de Cort (Antwerpen 1742 – 1810 Londen)

Hendrik Jozef Frans de Cort was een Vlaams schilder van stadsgezichten en landschappen. De Cort begon pas laat met schilderen maar beleefde een komeetachtige carrière. In 1769 werd hij op 27-jarige leeftijd leerling van de landschapsschilder Hendrik Jozef Antonissen, maar na een leertijd van slechts zes maanden werd hij, zonder ooit lessen aan de Antwerpse schilderacademie te hebben gevolgd, in 1770 als vrijmeester ingeschreven in het St.-Lukasgilde.

Wat hij als schilder aan vaardigheid ontbeerde, wist hij te compenseren door marktgevoel en een klaarblijkelijk talent om vermogende verzamelaars aan zich te binden. Hij bood verzamelaars precies dat wat ze mooi vonden: stadsgezichten, ruïnes en de portretten van hun landhuizen geplaatst in geromantiseerde, geciviliseerd-woeste landschappen, gestoffeerd met herders, boeren, boerinnen en houtvesters. Dit alles in een modieus Italianiserend coloriet.

In 1774 kreeg hij van aartshertog Maximiliaan Franciscus Xaverius Jozef van Oostenrijk de titel van hofschilder, een eervolle titel die zijn carrière ongetwijfeld een stimulans zal hebben gegeven. In de loop van 1778 vervaardigde hij naar verluidt schilderijen voor belangrijke bankiers en vorstelijke personen in Frankrijk, maar ook voor John Hope, de neef van Henry Hope, medefirmant in Hope & Co en lid van de Amsterdamse vroedschap. John Hope was een groot kunstverzamelaar en via hem moet het eerste contact met de Cort tot stand zijn gekomen.

Waarom zou Henry Hope deze schilderijen hebben laten maken?

Welgelegen is volstrekt uniek in ons land. Een buitenplaats met kunstgalerij, gebouwd in een neoklassieke stijl en van internationale allure. Het is logisch dat Henry Hope trots was op het resultaat van zijn visie en dat hij om die reden mogelijk aan de Cort heeft gevraagd om het gebouw op een paar schilderijen vast te leggen. De grote vraag is echter wanneer De Cort deze werken dan heeft vervaardigd.

Datering

De Cort heeft ons land zeker bezocht. In opdracht van stadhouder Willem V, prins van Oranje, schilderde hij het stadhouderlijk jachtslot Dieren in Gelderland. In 1779 bracht hij het schilderij persoonlijk naar Den Haag, waar het door Willem V in de door hem opgerichte schilderijengalerij op het Buitenhof werd gehangen.

Tijdens dit bezoek aan Holland in 1778/79 kan hij Welgelegen echter niet hebben geschilderd, want met de bouw van Welgelegen werd pas in 1786 aangevangen en in 1788 ontvluchtte de Cort de politieke onrust in de Zuidelijke Nederlanden en emigreerde hij naar Engeland.
In 1790 ontving Hope weliswaar al bezoekers op Welgelegen, maar het gebouw zou pas in 1794 geheel zijn voltooid. In dat jaar trokken ook de Franse Patriottische legers ons land binnen en voelde Henry Hope zich uit veiligheidsoverwegingen genoodzaakt om met medeneming van zijn inboedel en collectie uit te wijken naar Engeland.

Het is zeer aannemelijk dat Hope de schilderijen in Engeland heeft laten maken. Dat zou dan na 1794 en voor 1810 moeten zijn geweest.

Vue de la Façade de la Maison de Campagne nommée Welgelegen au Bois de Harlem, appartenante á Mr. Henry Hope d' Amsterdam / [door] Christian Haldenwang (te Bazel) naar H.P.Schouten, 1792. kopergravure; 41,3 x 58,7 cm, blad 48,2 x 64,5 cm.
Gesigneerd r.o.: Chr:Haldenwang sculpsit Basileae 1792. Links onder: H:P:Schouten ad Nat: delineavit 1791 en midden onder: Chr. á Mechel Sculptur: direxit. - Met midden onder het wapen van Hope en de wapenspreuk At Spes non fracta, door: H.P. Schouten, Paviljoen Welgelegen, 1792. Noord-Hollands Archief, 1100-46259.

Waarschijnlijk maakte de Cort gebruik van de nauwgezette tekeningen van H.P. Schouten uit 1791, die in 1792 werden uitgegeven. Het valt echter op dat de Cort voor zijn schilderij een hoog standpunt heeft gekozen, waarbij je ook de dakpartijen kan overzien, terwijl die in werkelijkheid vanaf de grond niet zichtbaar zijn.

Benjamin West, The Hope Family of Sydenham, Kent, 1802. Linksboven op de kast de maquette van Paviljoen Welgelegen. Museum of Fine Arts, Boston.

Op een groepsportret van de familie Hope, dat Benjamin West in 1802 in Londen voor Henry Hope schilderde, is een maquette van Welgelegen te zien. Het is mogelijk dat deze ooit voor Henry Hope is vervaardigd als een model van zijn buitenhuis in wording. Als de Cort gebruik maakte van deze maquette, dan is daarmee het vogelperspectief van de compositie verklaard en onderschrijft dat de stelling dat hij het werk in Engeland heeft vervaardigd. Bij gebrek aan kennis van de plaatselijke situatie heeft de Cort een vrije interpretatie van de Hout gegeven.

Henry had al een schilderij van de Cort in zijn collectie: het schilderij dat zijn neef John Hope in 1778 van de Cort had gekocht en dat Henry na John’s dood had overgenomen. Mogelijk hadden De Cort en Henry Hope elkaar al eerder ontmoet, of zijn ze elkaar in Londen tegengekomen. Misschien heeft Hope de opdracht aan de Cort uit vriendelijkheid gegeven. Met zijn zicht op Welgelegen vervaardigde de Cort in ieder geval voor Hope een herinnering aan Welgelegen en een mogelijkheid om zijn buitenhuis in Haarlem aan zijn relaties in Engeland te kunnen tonen.

Welgelegen als een neoklassiek ideaal, ingebed in een groots en romantisch boslandschap met eeuwenoude eiken. Het portret van Welgelegen is daarmee ook een document van een stijlperiode.

Marc Schreuder,
november 2023

 

Literatuur:
M. Schreuder: "De kunstverzameling van Henry Hope" in: Paviljoen Welgelegen 1789 - 1989; van buitenplaats van de bankier Hope tot zetel van de provincie Noord-Holland. Haarlem 1989.

3 reacties

Monique

Interessant verhaal, dat een achtergrond schetst bij dit indrukwekkende bouwwerk en een inkijkje geeft hoe sommige mensen een goede neus voor zakendoen hebben.
Leuk om te lezen.
Dank voor dit mini college.

Hans Koreman

Interessant verhaal !!!

Ilmy van der Ster

Op deze grijze zondagochtend heb ik na het lezen van uw artikel, het gevoel een boeiend kunstgeschiedenis-college gevolgd te hebben. Met dank daarvoor.
Vriendelijke groet,
Ilmy van der Ster

Laat een reactie achter

Opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd